Mijn cliënt Kees komt vandaag bij mij langs om oud zeer op te ruimen. De klachten die hij heeft kan hij niet helemaal goed thuisbrengen, maar iets in hem zegt hem dat het echt ‘oud’ is, dus uit zijn vroege jeugd. Zijn intuïtie zegt hem ook dat het zomaar eens iets kon zijn gerelateerd aan seksueel misbruik, hoewel hij daar helemaal geen concrete herinneringen aan heeft.
Dit vermoeden had hij al langer, maar enige tijd geleden overkwam hem iets opmerkelijks. Onder het genot van een glaasje wijn keek hij naar een spannende detective. Op een goed moment kwam er een scène voorbij waarin, dwars door de muren van een ruimte, de overduidelijke geluiden te horen waren van een man die zichzelf bevredigde. Op dat moment sloeg Kees op tilt. Zweet brak hem uit, een gevoel van angst overviel hem, buikpijn, druk op de borst; typerende lijfelijke signalen van een geest in paniek. Dit was voor hem aanleiding om toch eens een en ander te onderzoeken.
Wij kunnen je helpen
Direct de juiste hulp van een psycholoog die bij jou past
- Gekwalificeerde psychologen
- Al 47.242 mensen geholpen
- Snel en persoonlijk
- Geen wachtlijst
De kracht van hypnotherapie
Ik heb Kees in het vorige gesprek al uitgelegd wat we gaan doen. We gaan proberen om de herinnering naar boven te halen die zo (gedeeltelijk) getriggerd werd door de filmscène, om hem vervolgens beter te verwerken. Dat gaan we doen via een zogenaamde ‘gevoelsbrug’, een techniek die veel wordt gebruikt binnen hypnotherapie. De herinnering aan de filmscène is nog vers. De nare lichamelijke gevoelens daarbij kunnen ook makkelijk worden opgeroepen. Die worden dan als het ware gebruikt om eens terug te gaan in je herinnering waar je soortgelijke gevoelens ook had.
Het kan zijn dat je in één klap bij de oorspronkelijke traumatische gebeurtenis terecht komt. Soms kom je echter terecht bij recentere gebeurtenissen, die op de een of andere manier in verband staan met dat oorspronkelijke trauma. ‘Ergens terecht komen’ betekent dat je je vollediger, dus ook met beelden, geluiden en je andere zintuigen, de gebeurtenis weer herinnert. Daardoor ben je beter in staat om de gebeurtenis een plek te geven. Want Kees heeft met zijn paniekreactie slechts een ‘gedeeltelijke’ herinnering of herbeleving gekregen. Hij ziet er geen beelden bij, die hem helpen te begrijpen waar dit over gaat.
Dit wil ik vergeten
Het is op zich niet bijzonder dat Kees wel in paniek raakt bij een bepaalde geluidsprikkel, maar verder geen concrete herinnering krijgt van een bepaalde gebeurtenis. Een gebeurtenis, of dat nou de geboorte van je kind is of de verjaardag van je oma, bestaat uit allerlei componenten die ons geheugen opslaat. Beeld, geluid, gevoel, geur, smaak. Afhankelijk van hoeveel emotionele lading zo’n gebeurtenis voor jou heeft gehad, slaat je geheugen zo’n gebeurtenis op. Sommige gebeurtenissen blijven je de rest van je leven actief bij, andere verdwijnen in het ‘niet-zo-belangrijk-kun-je-vergeten-laatje’, weer andere gebeurtenissen komen juist in het ‘wil-ik-vergeten-dik-slot-erop’ laatje. Een term die we binnen de psychologie voor dat laatste gebruiken is: verdringing.
Verdringing is geweldig. We mogen heel blij zijn dat ons brein tot zoiets in staat is. Het behoedt ons van het constant herbeleven van pijnlijke herinneringen. Hierdoor kunnen we redelijk normaal blijven functioneren, ook al zijn er akelige dingen gebeurd. Ik zou er dan ook zeker niet voor pleiten om alle verdrongen traumatische herinneringen bij een mens op te rakelen.
Wanneer een verdrongen herinnering zich opdringt
Echter, sommige verdrongen herinneringen laten zich op een gegeven moment niet meer zo makkelijk in dat laatje houden. Het laatje is gaan kieren onder invloed van ouderdom of stress. Het kan ook zijn dat de eigenaar van die laatjes inmiddels sterker is geworden en de inhoud van dat laatje ‘verdragen kan worden’ door het bewuste. Zodat we het een nieuw en beter laatje kunnen geven.
Mensen merken dat door ervaringen zoals Kees die had: een toevallige prikkel (trigger) dringt binnen en roept een deel van de inhoud van het laatje op naar het bewustzijn. Heel vaak is dat ‘gevoel’. Paniek, een ‘unheimisch’ gevoel, onbestemd verdriet, boosheid of een specifieke lichamelijke sensatie, bijvoorbeeld dat je nekharen overeind gaan staan. Mensen begrijpen dan niet waar dat gevoel vandaan komt, maar het komt vaker terug. Verdringing verandert in ‘opdringing’.
Dat kan aanleiding zijn om de herinnering een handje te helpen, om tot het bewustzijn door te dringen. Een begraven herinnering aanschouwt als het ware opnieuw het levenslicht.
Veel mensen vinden dat, begrijpelijk, behoorlijk spannend. Die herinnering is immers niet voor niets ooit in dat laatje met vooral dat dikke slot erop terecht gekomen. Er zijn mensen die zichzelf vrijwillig voor de lol pijn doen, masochisten, maar de meeste mensen hebben die inslag niet. Zij kijken dus wel linker uit.
Als psycholoog en hypnotherapeut zit je ook niet te wachten op situaties waarin mensen door een oude hel moeten ploegen. Het is dus zaak en mijn taak dat die confrontatie niet ook nog eens een traumatiserende ervaring wordt voor mijn cliënt.
Zwart-wit film: de intensiteit van een herbeleving
Ik leg Kees van tevoren uit hoe wij samen ervoor kunnen zorgen dat deze sessie iets positiefs oplevert en niet ongecontroleerd verloopt. Allereerst spreken we af dat ik regelmatig zal vragen hoe het met Kees gaat. Kees belooft mij naar eerlijkheid te antwoorden en het aan te geven als het hem te veel dreigt te worden. Een gevoel van controle over een onaangename gebeurtenis haalt namelijk een groot deel van de stress al weg.
Daarnaast kun je van alles doen om de intensiteit van de beleving te temperen, om een ‘overload’ te voorkomen. Zo kun je in je verbeelding ‘afstand nemen’. We kennen allemaal wel het verschil van beleving tussen dingen die van heel dichtbij of van een afstandje worden beleefd. Dichtbij is intenser, ver weg is vager.
Ook kennen we allemaal wel het verschil in beleving van kleur- en zwart-wit filmpjes. Kleur maakt het ‘echter’. In je verbeelding je voorstellen dat je de beelden in zwart-wit ziet, creëert een gevoel van verminderde intensiteit.
Hetzelfde geldt voor grootte: Een film op een groot scherm ervaar je intenser dan op je smartphone. Ook die dimensie kun je in je hoofd veranderen bij een herinnering.
Zijn gevoel in een koffertje
Kees en ik zijn aangekomen bij het oproepen van de gevoelens bij de herinnering aan de trigger. Kees heeft weinig moeite om dat weer voor de geest te halen en wijst aan waar hij daarbij ook een onaangenaam gevoel in zijn lijf krijgt: zijn buik en halsgebied. Ik vraag hem voor te stellen hoe hij dit gevoel in een koffertje stopt en met dit koffertje in een helikopter stapt en zo over zijn tijdlijn terugvliegt in de tijd.
Door ‘naar beneden te kijken’ en te zoeken naar momenten waarop hij een dergelijk gevoel als hij in zijn koffertje heeft herkent, komt Kees op een ervaring uit zijn adolescentie. Een studievriend van hem was erg verliefd op hem, maar Kees wist dat niet. Na een avondje stappen bleef Kees slapen en omdat er maar één bed was, aanvaardde hij het aanbod om bij die vriend in bed te slapen. De vriend begon Kees te betasten. Kees zegt: ‘Ik bevroor. Je zit in een hoek’.
Die laatste uitspraak (je zit in een hoek) opent een heel nieuw laatje, van veel vroeger. Kees herinnert zich een kindertekening die hij had gemaakt van een klein jongetje dat heel treurig in een hoek zit en vraagt zich af: ‘waarom maakte ik die tekening?’
Dissociatie biedt bescherming
Ik nodig hem uit te kijken naar die tekening. Een cascade van associaties en lichamelijke reacties komt op gang. Tijd voor mij om Kees heel nauwkeurig te blijven monitoren.
‘Hij kan geen kant op’ zegt Kees en ‘er is niemand die hem kan redden’. Ik als therapeut kan nu kiezen: laat ik hem in de dissociatie (het gebruik van het woord ‘hij’ in plaats van ‘ik’)? Ik laat het, dit is al heftig genoeg en de dissociatie biedt de bescherming van de afstand.
Hij krijgt pijn in zijn benen, ‘alsof er geen kracht in zit’, een gevoel van misselijkheid en hoofdpijn komt op, hij krijgt pijn in zijn armen. Vervolgens beginnen zijn benen te schudden, een trappende beweging, armen kruisen in een beschermende houding voor zijn gezicht, zijn handen bedekken zijn gezicht.
Ik blijf hem vertellen: ‘je bent veilig, je bent hier, ik ben bij je’. Ik benadruk daarbij dus wel al voorzichtig dat dit gaat over hém in het verleden en niet over een ander. Tegelijk laat ik hem ook weten dat er een ‘hier’ in het hier en nu is, naast het ‘daar’ in het ‘daar en toen’ van de herinnering waar hij nu in zit. En natuurlijk vraag ik ook of het nog gaat. Kees knikt, lacht een beetje ongelovig: wat gebeurt er allemaal?
‘Tegelijkertijd voel ik me gered door de hond’
Ik nodig hem uit zijn benen en armen te laten doen wat ze willen doen. Het schudden en trappen van zijn benen en het maken van afwerende armbewegingen gaat nog even door, gevolgd door zwaar ademen en een paar emotionele kreten.
Op dat moment blaft Pien, mijn hond, beneden in de hal ineens luid. Iets heeft haar waakzaam gemaakt. In stilte vervloek ik haar, dit is een verstoring van de trance. Maar Kees lacht even, opgelucht lijkt het wel. Terwijl hij nog zwaar blijft ademen, neemt hij ‘een beschrijvende positie’ in. Hij omschrijft wat zijn lichaam voelt, en zegt: ‘en tegelijkertijd voel ik me gered door de hond’.
Tijdens de nabespreking kijken we nog eens terug op de gevoelens die de revue passeerden en concluderen dat het heftig was, maar dat Kees wel het gevoel van controle was blijven houden. Ook spreken we af bij de volgende sessie de draad weer op te pakken bij daar waar Piens geblaf de trance onderbroken had. De sessie heeft grote indruk op Kees gemaakt en hij zegt nogmaals hoe hij een enorm gevoel van dankbaarheid naar Pien voelt. ‘Alsof zij mij beschermde.’ Ik glimlach. Pien, mijn ‘hondenheldin’.